maandag 14 juni 2010

Muziekhulp in ontwikkeling

Ontwikkelingshulp is hot. Er zijn veel organisaties die zich op verschillende manieren inzetten in de derde wereld, en er zijn veel jongeren die voor kortere of langere tijd naar zulke organisaties afreizen om zich daar in te zetten voor het goede doel. Zelfontplooiing speelt daar vaak een belangrijke rol in en vaak sluit zo’n project naadloos aan op wat de jongere op school moet leren, en wordt het als stage gebruikt.
Ook op de opleiding docent muziek zie je vaak studenten die voor een stage naar het buitenland reizen, om binnen zulke stichtingen te werken. Deze studenten maken een connectie tussen muziek en ontwikkelingshulp, blijkbaar is hier dus vraag naar. Wat is voor deze organisaties de reden om muziek te omarmen in het programma wat zij aanbieden? En hoe kunnen wij, muziekdocenten, binnen dit kader de muziek zo aanbieden dat het aansluit op de doelstellingen van zulke organisaties?


Een bekende organisatie, die muziek gebruikt, is War Child. War Child is opgericht door Willemijn Verloop, nadat zij muziek professor Nigel Osborne tegenkwam. Ze ging met hem naar een muziekworkshop voor kinderen in een schuilkelder, en raakte geïnspireerd door de blijdschap en ontlading die muziek bij de kinderen losmaakte in de verder troosteloze en verwoeste omgeving.
Verloop: ‘Muziek is een heel sterk middel om jongeren en kinderen te helpen. Het heeft een helende werking en helpt kinderen om emoties non-verbaal te uiten. Muziek brengt mensen dichter bij elkaar en overschrijdt grenzen’.

War Child wil oorlogskinderen weerbaar maken, door psychosociale programma’s, waarbij creativiteit en sport worden ingezet om de psychologische, sociale ontwikkeling en het welzijn van kinderen te versterken.
Ook door creatieve en sportieve programma’s die gericht zijn op het bijeenbrengen van kinderen die door de oorlog uiteen gedreven zijn, met als doel bij te dragen aan een vreedzame samenleving.

Samengevat gebruikt War Child muziek om kinderen te helpen bij het uiten van emoties en het kwijtraken van negatieve energie. Dit biedt verlichting aan de vaak ellendige situatie waarin ze moeten leven. De muziekactiviteiten kunnen ook weer bijdragen aan het zelfvertrouwen en de positieve instelling van kinderen.

Een andere stichting die gebruik maakt van muziek is Stichting Weeshuis Sri Lanka. Deze stichting heeft als doel niet alleen om de kinderen te voorzien in de eerste, essentiële levensbehoeften zoals onderdak, eten en drinken, maar ook om ze naast de normale schoolverplichting vakgericht onderwijs te geven en vaardigheden aan te leren waarmee ze verder kunnen komen in het leven.

Stichting Weeshuis Sri Lanka heeft zich laten informeren door psychologen met de vraag hoe om te gaan met getraumatiseerde kinderen. Ze kregen het advies om zoveel mogelijk expressieve vakken te geven, waarin de kinderen zich kunnen uiten. Muzieklessen zijn hieruit voortgekomen, en vormen een belangrijk onderdeel van hun ontwikkeling.[i]

Muziek wordt veel gebruikt om de kinderen/jongeren te helpen om te gaan met een trauma, om ze te leren (weer) deel te nemen aan de maatschappij.
Muziek wordt dus veel ingezet op therapeutische basis, muziektherapie.
Een muziektherapeut heeft echter een andere opleiding dan een muziekdocent. Dit roept bij mij de vraag op wat de functie van een muziekdocent binnen zo een organisatie kan zijn. Kan hij alleen een programma volgen wat door een muziektherapeut is geschreven, en dat met zijn pedagogische, didactische en muzikale vaardigheden tot een goed einde brengen? Of kan hij zelf ook een dergelijk programma in elkaar zetten aan de hand van therapeutische ‘trucjes’ die altijd ‘werken’?

Dat muziek een krachtige invloed heeft op onze emoties, stemmingen en gedrag is duidelijk. Muziek wordt als krachtig middel onderkend, positief en negatief. Of het nu om het luisteren naar muziek gaat of het zelf actief muziek maken, muziek blijkt – vaak in combinatie met andere interventies- een positief effect te hebben op ontspanning, de ervaring van angst, pijn, etc. Muziek lijkt ook een belangrijke rol te spelen in de ontwikkeling van jonge kinderen, beginnend bij foetussen. Ook gaat men er vanuit dat het actief muziek maken een positieve bijdrage levert aan de ontwikkeling van allerlei sociale vaardigheden of de opbouw van het zelfbeeld.

Muziekdocenten kunnen een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van het zelfbeeld bij leerlingen. Door de feedback die de docent geeft moet hij proberen de attributie van de leerling in de effectieve richting zien te krijgen. Doel hiervan is dat de leerling het vertrouwen in zichzelf niet verliest, maar juist inziet dat het een volgende keer net zo goed wel kan slagen. [ii]

We kunnen dus stellen dat muziek maken per definitie goed is voor de mens om te maken of om naar te luisteren. Dus is het ook niet verkeerd om als muziekdocent muziek te gaan maken met hulpvragende mensen binnen een ontwikkelingsorganisatie. Bewegen is ook gezond, maar dat wil niet zeggen dat iedereen die besluit om te gaan hardlopen meteen perfect resultaat haalt. Voordat je überhaupt resultaat wilt kunnen halen moet je de start situatie inschatten, en bepalen wat nodig is als eindresultaat, om in de sportmetafoor te blijven: Wat een gezond streefgewicht zou zijn, en aan de hand daarvan de weg ernaar toe bedenken. Als je door middel van muziek echt mensen wilt helpen, in die zin dat je kijkt wat er aan de hand is, en wat er nodig is om de betreffende persoon te helpen, kom je op het gebied van muziek therapie.  En zijn we dan nog gekwalificeerd genoeg? Het diploma van een muziekdocent zegt van niet.

Henk Smeijsters stelt 9 functies van muziek op die apart of gecombineerd in muziektherapie worden toegepast.

Dit zijn:
- Herinnering
- Associatie
- Symbool
- Metafoor
- Interactie
- Emotie
- Waardegebied
- Structuur
- Neurologische en fysiologische reacties[iii]

Renske Wallet, afgestudeerd muziektherapeut en student muziekdocent,  ziet bij 4 van deze functies het nut van een muziekdocent zonder therapeutische achtergrond wel in, zei het met mate.

Binnen de functie ‘emotie’ kan een muziekdocent muziek aanbieden om zich te uiten. Door iemand achter een drumstel te zetten kan hij zijn agressie er letterlijk uitslaan, of iemand kan wegdromen bij het rustige geluid van bijvoorbeeld een klokkenspel. De eerste stap kan dus gemaakt worden, door puur het gelegenheid geven om de emoties te uiten. Maar binnen de muziektherapie zou de therapeut vervolgens het gedrag gaan observeren, en hier een verdere opdracht aan koppelen, met als doel de persoon verder te helpen. Een muziekdocent kan enkel het muzikale beoordelen, maar de patiënt niet verder helpen op therapeutisch vlak.

 

De functie metafoor wordt binnen muziek vaak gebruikt als metafoor voor samenwerking. Door mensen binnen een groep samen muziek te laten werken, kun je ze leren omgaan met mensen die iets beter of minder goed kunnen. Ook kun je proberen om kinderen die een bepaald gedrag, bijvoorbeeld druk en aanwezig gedrag, binnen de muziek groep een onopvallendere, rustigere rol te geven.
Muziek wordt vaak als metafoor gebruikt voor psychische processen, voor mensen met psychische stoornissen. Maar om daar goed mee om te kunnen gaan heb je wel weer de kennis en vaardigheden van een muziektherapeut nodig.

Een volgende functie waar de muziekdocent ook nog mee kan werken is structuur.
Structuur biedt overzicht, en dat geeft een gevoel van veiligheid. Muziek zit vaak vol structuur, en een muziekdocent is de aangewezen persoon om deze structuur over te brengen. Je kunt mensen door ze de structuur van muziek te leren, leren om grip te krijgen op de muziek. De muziek zelf kan ze hierdoor al een veilig gevoel geven, het is iets wat ze begrijpen. Helemaal mooi wordt het als het lukt om iemand te helpen om stap voor stap grip te krijgen op de situatie waarin hij/zij zit. Echter, u raadt het al, dat is wel weer een specialisatie die je aan de specialist over moet laten.
  

Interactie is een hele geschikte functie om als muziekdocent mee bezig te zijn. Samen muziek maken is interactie. Om samen musiceren tot een succes te maken, moet je naar elkaar luisteren, op elkaar reageren, het samen doen. De muziekdocent kan als geen ander beoordelen hoe er gemusiceerd en geluisterd wordt, en mensen uitdagen om meer of minder te spelen, om zelf meer initiatief te nemen of om juist iets terughoudender te zijn. Interactie is heel geschikt om een band op te bouwen, en een veilige sfeer te creëren.


De overige functies zijn minder geschikt om als muziekdocent mee aan de slag te gaan, omdat hierbij de doorwerking van de problemen belangrijker is. [iv]

Muziek is een zeer waardevol gegeven binnen ontwikkelingshulp.
Een muziekdocent kan hier ook in een behoorlijke mate aan bijdragen. Muziek is erg geschikt om mensen te helpen in het uiten van emoties, of gewoon eens lekker te kunnen ontspannen, en alle spanning en ellende even te kunnen vergeten. Zonder hier meteen een therapeutische weg naar herstel te lopen, zijn dit toch al zaken die we niet moeten onderschatten.
Een muziekdocent kan door middel van muzieklessen een groep helpen om de interactie met elkaar aan te gaan en om sociaal actief te worden. Ook voor het zelfbeeld van leerlingen kan een muziekdocent een waardevolle rol spelen. Allemaal positieve eigenschappen, die het naar mijn idee gerechtvaardigd maken dat een muziekdocent binnen een dergelijke stichting een muzikaal programma opzet en uitvoert, mits het doel dat de organisatie met de muziek heeft overeen komt met bovengenoemde zaken die een muziekdocent kan bewerken.
Als een organisatie muziek wil inzetten als het belangrijkste medium om getraumatiseerde mensen te helpen herstellen, doet ze er beter aan een muziektherapeut in te schakelen.

Mogelijkheden voor een muziek docent zijn dus allereerst het puur aanbieden van de mogelijkheid om muziek te maken met elkaar. Dit kan al de nodige ontspanning bieden. Tegelijk kan hiermee de brug naar interactie geslagen worden, wat de groep een groepsgevoel kan geven, een veilige sfeer, en waarin mensen toenadering tot elkaar kunnen vinden. Door bijvoorbeeld percussie instrumenten te gebruiken, geef je mensen een in de basis makkelijk te bespelen instrument in handen, waar ze hun gevoel op kwijt kunnen. Ook is het op deze instrumenten relatief eenvoudig om te reageren op elkaar.
Verder kun je door bijvoorbeeld een workshop songwriting het zelfbeeld een positieve boost geven. Iemand maakt immers iets eigens, en met de juiste begeleiding kan daar iets heel moois uit komen, wat iemand het gevoel geeft iets te kunnen. Daarnaast kun je de structuur van muziek aanbieden, waarmee iemand het gevoel krijgt werkelijk grip te hebben op hetgeen hij/zij heeft gedaan/gemaakt.

Zonder de muziekdocent gelijk te willen stellen aan een muziektherapeut, geloof ik dat een muziekdocent de doelgroep van deze stichtingen zeer aangenaam van dienst kan zijn, en mensen zelfs al het eerste zetje richting herstel van een trauma kan geven.



[i]  Pubers en Muziek, Afstudeerscriptie Rohan Poldervaart, Utrecht, 2010

[ii] De kracht van Muziekonderwijs, Essay uit Harmonie in Gedrag, Adri de Vugt, Uithoorn, 2008

[iii] De Therapeutische waarde van Muziek, Essay uit Harmonie en Gedrag, Henk Smeijsters, Uithoorn, 2008

[iv] Mailwisseling met Renske Wallet, afgestudeerd muziektherapeut en student muziekdocent.

 

 

maandag 7 december 2009

Blog - Reactie op stelling

CKV1 moet alleen verplicht gegeven worden op HAVO/VWO scholen. CKV1 op het VMBO heeft geen zin.

Ik ben het hier mee oneens.
Ik neem even aan dat een argument tegen zou zijn: VMBO leerlingen zitten op een ander niveau, zowel qua interesses als leerniveau.
Maar VMBO leerlingen hebben te maken met de hedendaagse kunst/cultuur, waar het bij ckv 1 om draait: zei gaan ook naar de bioscoop, zei gaan ook naar concerten, lezen, zei het misschien in mindere mate, ook boeken.
Het onderwijs in Nederland leert leerlingen om in de samenleving mee te kunnen doen, door ze iets te leren over alle aspecten die er in de samenleving te vinden zijn. Dit geld net zo goed voor VMBO leerlingen.

Je kunt je wel afvragen in hoeverre het op dezelfde manier moet worden gegeven. Waar je bij havo/vwo leerlingen waarschijnlijk meer het gesprek kan voeren op theoretisch niveau, moet je het bij vmbo leerlingen meer zoeken in de praktijk. Gaan ervaren wat kunst doet, en daar dan over gaan praten. Dat lijkt me overigens ook een goede benadering voor het havo/vwo onderwijs.

Met deze stelling wordt in mijn ogen ook gesuggereerd dat kunst of cultuur iets is voor de hoger opgeleide. Misschien is het zo dat je op de gemiddelde schilderijen expositie meer hoogopgeleide dan lager opgeleide mensen vind. Misschien is het zo dat je de lageropgeleide mensen sneller bij een hardcore-party vindt. Misschien ook wel niet. Feit is dat iedereen, de een misschien bewuster dan de ander, te maken heeft/ bezig is met kunst/cultuur. Onzin dus om een bepaalde groep onderwijs hierover te onthouden. 

maandag 23 november 2009

Week 3

Ik dacht dat ik dit verslag er al op had gezet, maar niet dus. Van vorige week:


3e weekverslag Joshua Feijen

Maandag 16 november (Begeleider: Toon)
Klas B1K (1e uur)
Begonnen met de dagopening.
Hierna heb ik de repetitie nagekeken, aansluitend hieraan een begin gemaakt met hoofdstuk 2.
Dit was het belangrijkste deel van de les, waar ook het meest op aan te merken viel.
Het begon met nieuwe theorie over hoe je motieven kunt varieren. Ik dacht het allemaal wel helder uit te leggen, maar deed dit op een hele visuele manier met het notenbeeld uit het boek. Na het 2e uur kwam Toon naar me toe met de terechte opmerking dat ik het veel beter kon spelen, a. Omdat muziek toch klank is, b. Omdat de noten voor de leerlingen nog veel te abstract zijn om echt goed te begrijpen wat er dan gebeurt. Nadat de theorie stof was uitgelegd heb ik een stukje laten horen van het lied ‘money money money’, het lied waar de werkboek opdracht die we klassikaal gingen maken ook over ging, en het lied wat we ook nog gingen zingen. Na dat we dit hadden gehoord gingen we klassikaal deze opdracht maken. Ook hier was ik vooral visueel en theoretisch bezig.Mijn argument voor deze volgorde was: Dan zijn ze al met het liedje bezig geweest. Tijdens mijn reflectie gesprek op de dinsdag vertelde Toon zijn visie, waar ik me eigenlijk helemaal bij aan kan sluiten: Die opdracht had exact dezelfde theorie als wat ik daarvoor had uitgelegd. Als ik zou beginnen met het liedje zingen, en dan de opdracht mee zou geven als huiswerk of de volgende les klassikaal zou maken, kon ik eerder met praktijk (zingen) bezig gaan, en had ik de volgende les meteen een link met de vorige les, waardoor de aansluiting duidelijker zou worden. Algemeen leerpunt wat ik hier uithaal: Huiswerk/opdrachten zijn naast een manier om te oefenen met stof ook uitstekend geschikt om je lessen aan elkaar te knopen.

Klas B1L (2e uur)
Deze klas heb ik dezelfde les gegeven als B1K (1e uur), maar hier kostte het bespreken van de repetitie een stuk meer tijd, waardoor ik geen tijd meer had om te zingen.

Klas H3B (3e uur)
H3B had vorige week ook een repetitie, deze ging Toon even nabespreken.
Hierna heb ik een start gemaakt met hoofdstuk 2. Ik heb eerst door verschillende leerlingen de intropagina’s van dit hoofdstuk laten voorlezen, waarna ik de videoclip van ‘Englishmen in New York’ heb laten zien.  Hierna heb ik met de klas klassikaal de bijbehorende opdacht klassikaal gemaakt. Eigenlijk maakte ik hier dezelfde ‘fout’ als bij de brugklassen: Het was ideaal geweest om die opdracht begin volgende les te behandelen om meteen de link te leggen met de vorige (dus deze) les. Hierna heb ik de leerlingen rond de vleugel gezet en zijn we het lied gaan aanleren. Een paar leerlingen stonden achter mij, en waren een beetje aan het klieren, toen heb ik de kring laten doorschuiven zodat ik ze kon zien.


Klas H5A (4e uur)

In deze klas heb ik eerst een stukje theorie behandeld over de laat romantiek, hierna gingen ze door met het speelstuk waar ze mee bezig waren (Eye of the tiger). Dit liep verder zonder problemen.
Klas B1J (5e uur)
Deze klas was eigenlijk weer hetzelfde als de 2 brugklassen op de eerste 2 uur. Nu had ik alleen de tip van Toon om het uitleggen van de theorie meer auditief te doen, meegenomen. Ik heb dus de notenvoorbeeldjes gespeeld, en ze het dus meer laten horen. Dit ging beter.

Klas A3A (6e uur)
Deze les was vrijwel identiek aan het 3e  uur, en verliep verder ook zonder problemen.

Dinsdag 17 november (Begeleider: Yvonne)
Klas B1H (1e uur) en Klas B1D (2e uur)
Ook bij deze brugklassen heb ik eerst de repetitie besproken, en hierna een start gemaakt met hoofdstuk 2. Dit ging ook op dezelfde manier als gisteren, ik heb nu wl d notenvoorbeelden voorgespeeld.

Klas H3C (3e uur)
Deze klas begon met een presentatie.
Hierna zijn we gaan spelen voor een cijfer.
Ik had vorige week aangegeven dat ik bij deze klas wat strenger wilde zijn, dit is opzich wel gelukt. Ik heb mijn grens duidelijker gesteld en vooral aangehouden, en heb ook wat leerlingen vooraan gezet toen ze niet luisterden. 
Het kost me nog wel veel moeite, om echt consequent te wachten tot het stil is. Dit wil ik wel verder doorzetten.

6e + 7e uur: Begeleider Toon
Het zesde uur is er een bovenbouw klas die Toon doet, zodat ik kan kijken hoe hij het aanpakt, en deze klas kan ik ook maar de helft van de week zien, dus dit leek me wel zo handig.

7e uur: H5A:
Hier ben ik begonnen om de theorie van gisteren af te maken, dit was wel leuk. Op een bepaald moment ging het over natuurtonen, en het verband tussen natuurtonen, een trompet, en een motief wat het opkomen van de zon moest uitbeelden. Ze hadden hier nog nooit wat van gehoord, dus ging ik dit even uitleggen.
Hierna moesten nog een aantal mensen een cijfer krijgen voor het spelen, waarna het speelstuk was afgerond.




Woensdag 18 november (Begeleider: Yvonne)


Klas A3B (1e uur)
Dit blijft een leuke en gezellige klas om les te geven. Waar we echter vorige week ruim de tijd hadden om lekker liedjes te zingen aan de piano, en een beetje te spelen, moesten we vandaag flink aan de bak: er waren 2 presentaties en er moesten nog een aantal leerlingen zingen voor een cijfer. Het klassikaal beoordelen van de presentaties lukte dus niet meer wegens tijdsgebrek, we moesten direct door met zingen. Dit ging verder wel goed zonder problemen.

 

Klas H2D (3e uur)
Deze klas heb ik vorige week als erg lastig bestempeld.
Vandaag wilde ik ze dus wat strakker houden.
Dit is goed gelukt, in de 1e 10 minuten zat er al 1 iemand vooraan en mocht iemand anders even 5 minuten op de gang gaan staan.
Dit ging als volgt: We hadden geen tijd om de repetitie te bespreken, dus ik ging alleen even de cijfers voorlezen. Op een bepaald moment kwam het zover dat er na elk cijfer ‘Pownd’ werd geroepen. Toen ik had aangegeven dat ik daar geen zin in had, en het toch doorging, deelde ik ze mee dat de eerste die het weer zou doen vooraan appart moest komen zitten. Toen de eerste daar was, was er vooraan geen plek meer, dus vertelde ik ze dat door gebrek aan ruimte vooraan de eerst volgende dus zou worden weggestuurd. Het duurde niet gek lang tot iemand zich niet meer kon inhouden, en dus inderdaad op de gang werd gezet. Nadat de rest van de cijfers waren opgelezen heb ik hem weer terug geroepen, ik heb laten zien dat ik wel doe wat ik zeg, maar ik vond het onzin om hem een hele les te laten missen om zoiets onbenulligs. Hierna heb ik ze een poos laten oefenen voor het keyboard spelen voor een cijfer, waarna ze daadwerkelijk voor een cijfer moesten gaan spelen. Hier werd de klas weer erg rumoerig door, en het koste me wel veel moeite om telkens te wachten tot het stil was, dit is dan ook in meer en mindere mate gelukt.
Al met al ben ik over deze les een stuk meer te spreken dan vorige week, ik moet ze strak blijven houden, maar als de rust eenmaal in de klas is zitten er ook een heleboel leerlingen bij die, ondanks dat ze wel rumoerig en druk zijn, erg leuk zijn.

Klas H2B (4e uur) en H2C (5e uur) H2A (6e uur) en A2C (7e uur)

Ook bij deze klassen ben ik begonnen met hoofdstuk 2, dit verliep ook zonder al te grote bijzonderheden. Sommige klassen hebben ook nog gespeeld/gezongen voor een cijfer.


Uit het reflectie gesprek met Toon en Yvonne kwamen een aantal dingen naar voren:

            - Leg de theorie gestructureerder uit, denk meer vanuit de leerlingen
            - Vraag ook of ze het begrijpen door het ze zelf nog een keer uit te laten leggen
            - Herhaal lesstof uit eerdere lessen
            - In de brugklassen is het goed om bij het huiswerk opgeven ook de datum van
               de volgende les te geven.
            - Geef leerlingen de tijd om stil te worden als je om stilte vraagt.
            - Houd je tempo rustiger bij het instuderen van liederen.
            - neem aan het eind van de les rustig de tijd om je administratie voor de    volgende les op orde te krijgen.

Algemeen leerpunt voor volgende week dat ik hieruit haal is de volgende:
Houd de rust bij jezelf. Ik wil de rust bij mezelf, en hiermee ook het overzicht, meer bewaren. Ik ga proberen om de les ook minder vol te stoppen.


 

 

zaterdag 14 november 2009

en de 2e echte week zit er ook weer op

2e weekverslag Joshua Feijen
Deze week was eigenlijk mijn eerste echte stage week.
Elke dag heb ik les gegeven. Dit les geven bestond deze week overigens voor het grootste deel uit het afnemen van repetities.

 

Maandag 9 november (Begeleider: Toon)
Klas B1K (1e uur)
Ze hadden een repetitie. Omdat ik nog niet eerder repetities had afgenomen, leek het ons handig om dit eerst even te observeren, om even goed te kijken hoeveel tijd er werd uitgetrokken voor luisterfragmenten etc.

Klas B1L (2e uur)
Ook deze klas had een repetitie. Deze heb ik afgenomen, dit ging eigenlijk zonder problemen.

Klas H3B (3e uur)
Ook H3B had een repetitie, maar omdat het een 3e klas was, met dus een andere repetitie, leek het ons handig dat ik weer ging observeren. Dit heb ik dus gedaan.

Klas H5A (4e uur)

Deze klas is bezig met theorie, en met spelen. De theorie heeft Toon behandeld, het spelen gaat eigenlijk, iedereen weet wat hij/zei moet doen. Ik speel vaak piano mee.
Volgende week ga ik de theorie behandelen.

Klas B1J (5e uur)
Ook deze klas had een repetitie, welke ik afnam. Ik kreeg als reflectiepunt mee dat het belangrijk is om op elk moment goed het overzicht te houden of er vragen zijn, vooral op momenten dat ik bijvoorbeeld een geluidsfragment aanzet. Er was namelijk een leerling die een vraag had, die ik totaal over het hoofd heb gezien.

Klas A3A (6e uur)
Ook deze klas had een repetitie, welke ik weer afnam.

Dinsdag 3 november (Begeleider: Yvonne)
Yvonne was vandaag ziek. Ze had mij gevraagd of ik haar lessen wilde overnemen, wat ik geen probleem vond, aangezien de 1e 2 uur brugklassen waren, die een repetitie hadden, en het derde uur had ik een derde klas.

Klas B1H (1e uur)
Deze klas had een repetitie. Dit ging zonder problemen.

 

Klas B1D (2e uur)
Deze klas had een repetitie. Dit ging zonder problemen.

 



Klas H3C (3e uur)
Dit is een wat lastigere klas. Het zijn wel allemaal hele leuke leerlingen, en op zich ook wel welwillend, maar heel rumoerig.

We zijn begonnen met een presentatie, en hetgeen wat ik wilde lukte: Ze waren stil, met de aandacht bij de presentatie. Alleen op de momenten dat er filmbeelden werden vertoond, werd het rumoerig. Dit vond ik lastig, want op zich vind ik het niet erg, er werd ook veel gerumoerd over wat er te zien was, dan zijn ze wel met hun aandacht bij de presentatie. Maar ik vind het nog moeilijk om daar een duidelijke grens in aan te geven.
 Ik heb ook nog een telefoon van een leerling in beslag genomen, welke muziek zat te luisteren. Deze heb ik aan het eind van de les weer terug gegeven. Ik vond het wel apart, hij zat eerst behoorlijk te irriteren, later in de les ( toen ik zijn telefoon inmiddels had ingenomen), had ik wel leuker contact, en deed hij ook wel beter mee. Maar toen ik het aan het eind van de les er even over had, toen viel die weer terug in een houding van: Ach het kan mij ook allemaal niets schelen.
Na de presentatie zijn we nog gaan zingen. Dit was naar mijn mening te rumoerig.
Over het algemeen denk ik dat dit een leuke klas kan zijn, maar dat de touwtjes erg strak moeten worden gehouden. Hier ga ik de volgende week extra op letten.

De rest van de dag viel muziek uit, aangezien Toon naar een studie middag moest.

Woensdag 4 november (Begeleider: Yvonne)
Yvonne was nog ziek. In overleg heb ik ook deze dag alleen gedraaid.

Klas A3B (1e uur)
Dit was een erg leuke les, met een erg leuke klas.
Volgens schema moesten we zingen voor een cijfer, maar ik had geen goede sleutel van het laatje waar de meezing cd in lag, en Yvonne was dus ziek, dus dat kon niet goed doorgaan. Maar de klas wilde erg graag zingen, dus ik heb ze rond de vleugel gezet, en we zijn de liedjes van het hoofdstuk aan de piano gaan zingen. Dit was erg leuk, vond zowel de klas als ik. Het was een erg leuke, gezellige sfeer, en er werd goed gezongen. Zeker voor herhaling vatbaar.

Maar een muziek les kan natuurlijk niet alleen maar leuk zijn, dus de 2e helft van het uur heb ik ze aan de slag gezet met een speelstuk. Er waren een paar leerlingen die het leuker vonden om iets anders te spelen, maar toen ik dat eenmaal door had hebben ze daar niet echt meer de kans toe gekregen.

Klas H2D (3e uur)
Deze klas heeft volgens mij een gebruiksaanwijzing, die ik nog niet heb gevonden in de doos.
Om eerlijk te zijn vind ik deze klas erg vervelend.
Vandaag hadden ze een repetitie, en zelfs daarin slagen ze erin om je het bloed onder je nagels vandaan te halen. Ik heb het gevoel dat ze me gewoon niet serieus nemen, en ik weet nog niet precies wat ik hier aan ga doen. Ik denk dat ik de volgende keer heel erg strikt ga zijn, een soort zero tolerance beleid, om te laten zien dat ik toch echt verwacht dat ze luisteren. Klas H3C op de dinsdag is een klas die ook wel strak gehouden moet worden, maar wel op een leuke manier. Bij H2D heb ik nog geen echt leuke punten gevonden. Dit is voor mij weer een nieuwe ervaring, in mijn eerdere stages heb ik wel eens lastige klassen gehad, maar nog nooit een klas waar ik echt een soort strijd ervoer. Ik ga de uitdaging aan =).

Klas H2B (4e uur) en H2C (5e uur) H2A (6e uur) en A2C (7e uur)

Deze klassen hadden een repetitie, welke ik afnam, zonder problemen.

Klas A2B (8e uur)
Deze klas had ik nog nooit gezien, omdat ik dan normaal naar een Col-bijeenkomst moet op het AC. Nu had ik hem echter wel gedraaid, omdat ze anders met de repetitie in de knoop kwamen. Vorige week was de les uitgevallen, vanwege de sponsorloop. Ze zeiden dat ze daardoor niet wisten wat ze moesten leren. Ik heb ze de repetitie laten maken, met de mededeling dat als ze inderdaad gelijk hadden, dat dat dan vanzelf goed geregeld zou worden. Dit hebben ze gedaan. Ik heb wel meer informatie gegeven dan bij andere klassen.

Ik vond het erg leuk om zoveel voor de klas te staan, dat geeft je toch meer het gevoel: Hier doe ik het dus allemaal voor.

Volgende week ga ik met alle klassen die een repetitie hebben gehad de repetitie bespreken, en met het nieuwe hoofdstuk starten. Ook ga ik met de H5A bovenbouw klas de theorie behandelen.

 

Verdere leerdoelen die ik hieruit haal zijn vooral concrete doelen voor H3C en H2D:
H3C ga ik gewoon strak houden, en kijken hoe het dan loopt. Dit houd in: echt geen gepraat als ik je geen beurt geef. Daarmee onderdruk ik denk ik ook veel ruis die ontstaat op commentaar op bijvoorbeeld een instructie die ze niet leuk vinden.
H2D ga ik erg strak houden, ik ga veel van ze eisen qua inzet in deze les. We gaan onder andere een nieuw lied leren, wie dit verstoort krijgt dit te horen, en bij een 2e waarschuwing mag die zijn biezen pakken. Er is een klein groepje jongens van wie ik vermoed dat er wel is iemand te ver kan gaan. In principe ben ik niet zo van het uit de klas sturen (soms wel eens te weinig), maar ik denk dat het hier geen kwaad kan, in ieder geval voor een keer.

Joshua Feijen

vrijdag 6 november 2009

1e weekverslag

1e weekverslag Joshua Feijen
Op woensdag 28 oktober heb ik mijn eerste observatie dag gehad.
Maandag 2 en dinsdag 3 november heb ik ook nog 2 dagen geobserveerd, woensdag 4 november heb ik mijn eerste lessen gegeven. Dit was klas A3B(1e uur), H2D (3e uur), H2B (4e uur), H2C. (5e uur). H2A (6e uur), A2C (7e uur) en A2B (8e uur) vielen uit vanwege een sponsorloop op school.

Woensdag 4 november (Begeleider: Yvonne)
Klas A3B (1e uur)
Hier werden eerst 2 spreekbeurten gegeven. Dit verliep goed, leerlingen waren stil op het moment dat de spreekbeurten gegeven werden. De spreekbeurten heb ik klassikaal gereflecteerd, ook dit verliep goed. Het enige wat ik volgende keer meer wil stimuleren is de positieve feedback vanuit de klas. Ik merkte dat ze nu vooral dingen opnoemden die beter konden. Ik wil dit de volgende keer duidelijker opzetten vanuit het tip/top systeem: Eerst een aantal tops (dingen die goed gingen), en dan een paar tips (dingen die beter kunnen).
Daarna gingen de leerlingen voor de klas zingen voor een cijfer. Dit verliep over het algemeen ook goed. De eerste 4 leerlingen die ik naar voren riep waren afwezig, of hadden een geldige reden waarom ze niet hoefden, dit zorgde voor een grappige situatie, verder verliep het allemaal soepel. Ik was alleen de tijd vergeten. Ik ben nu van plan een horloge te kopen, want verder heb ik alleen mijn mobiel voor de tijd, en dat werkt niet heel handig. Doordat ik de tijd vergeten was, heeft het laatste koppel niet lekker kunnen zingen. Volgende week moet Niek als eerste, zodat hij het nog een keer rustig over kan doen.

Klas H2D (3e uur)
Deze klas vond ik van deze dag het lastigste. Dit komt deels door mezelf. Ik begon met het nakijken van het huiswerk wat de leerlingen moesten maken. Ik had de docentenmap voor me, met de antwoorden. Er ontstond verwarring, omdat de docentenmap niet overeen kwam in nummering met het werkboek. Toen pakte ik mijn eigen lege werkboek erbij. Gelukkig had Yvonne in de gaten dat het niet heel handig werkte, en gaf ze mij haar werkboek waar de antwoorden in stonden. Ik merkte dat ik door dit voorval enigszins gestrest raakte, waardoor ik mijn eigen rust kwijt raakte. Hierdoor werd het in de klas nogal rommelig. Daarna ging ik een aantal theorie vragen klassikaal behandelen. Ik had het idee dat dit wat lekkerder liep. Wat wel wat onduidelijkheid gaf was dat er een aantal vragen niet werden gedaan, en ik dat niet duidelijk aangaf. Zo ging ik van 16 b naar 16 e, zonder te vermelden dat c en d werden overgeslagen. Ik had dan wel gezegd dat we naar e gingen, het was voor sommigen toch vreemd. Ik geef de volgende keer duidelijker aan dat bepaalde dingen worden overgeslagen.

Klas H2B (4e uur) en H2C (5e uur) (2 identieke lessen)
Deze lessen gingen voor mijn idee wel goed.
Nadat ik mezelf had voorgesteld heb ik ze een schriftelijke overhoring gegeven over het huiswerk dat geleerd moest worden. Dit was niet voor een cijfer, en ik heb ze uitgelegd dat het puur met de bedoeling was zodat ze voor zichzelf erachter konden komen welk deel van de stof ze wel en niet kenden. Dit werd in rust gemaakt, dit gaf ook een lekker gevoel, dat ze rustig aan het werk waren. De volgende keer wil ik de instructie hiervoor alleen helemaal geven. Sommige dingen (als je klaar bent doe je even stil wat voor jezelf) vertelde ik tijdens het uitdelen. Dit was niet heel handig. Hierna hebben we de vragen klassikaal behandeld. Ook dit ging in goede rust. Ik liet ze hun vinger opsteken voor ze wat zeiden, en herinnerde ze hier ook aan als het niet gebeurde. Dit was voor mij meteen ook een deel van een van mijn leerdoelen: Consequent zijn. Dit wierp ook zijn vruchten af, het waren 2 fijne lessen om te geven, en ik had het idee dat de klassen het ook leuk vonden. Nadat de theorie behandeld was moesten ze nog voor de klas zingen voor een cijfer. Dit verliep ook goed. Heikel punt was dat ik ook bij deze lessen de tijd vergeten was. Dit wordt een leerdoel voor de volgende paar keren.

 

Uit het reflectie gesprek met Yvonne kwam naar voren dat ik rustig voor de klas sta, en dat dit zich ook uit in het feit dat ik tussen dingen door grapjes kan maken met leerlingen, en kan inspelen op dingen die er gebeuren.
Wat nog beter kan is de instructie: Ik moet deze wat rustiger geven, en ook echt pas beginnen met het geven hiervan als het helemaal stil is. Verder ging het vooral tijdens het 3e uur niet helemaal goed door organisatorische redenen. Dingen die ik thuis compleet over het hoofd had gezien. Dit neem ik de volgende keer ook mee.

Concrete leerdoelen die ik uit deze dag haal:
- instructie rustig geven
- pas beginnen als het helemaal stil is
- tijd in de gaten houden
- tussen de lessen door meer tijd nemen om precies door te kijken wat ik voor de les      aan materialen nodig heb, en de overbodige spullen opruimen.

Over het algemeen ben ik tevreden over deze dag, ik vond het erg leuk om te doen, en vind het ook een leuke school om stage te lopen, zowel het docenten team als de leerlingen. Volgende week heeft A3B een spreekbeurt en gaan ze verder zingen. Als dit klaar is gaan ze nog op de keyboards spelen. Alle andere klassen hebben repetities. Maandag hebben klassen ook al repetities, het eerste uur neemt Toon deze repetitie af. Dan overleggen we daarna of ik de volgende afneem, of dat ik nog een keer kijk. Uiteindelijk ga ik de repetities afnemen, ook op de andere dagen. Verder gaan we met andere klassen door waar ze zijn.

Joshua

Startdocument voor mijn stage

Voor mijn stage moest ik een start document maken.
Tadaa, hier istie dan:

Startdocument stage muziek Joshua Feijen

Reflectie verslag
Intake gesprek voor mijn muziekstage, 27 oktober 2009.

Nadat ik een mailtje had gestuurd naar de administratie van het Altena college, of ik er stage kon lopen, kreeg ik een mailtje van de school opleider, Marleen Bronsema. Hierin werd ik uitgenodigd voor een intake gesprek.

Dit gesprek vond plaats op dinsdag 27 oktober, tijdens het 4e lesuur.

Eerst hebben we besproken wat er van mij verwacht wordt.
Het Altena college is een opleidingsschool. Er zijn op woensdag COL- bijeenkomsten. Deze moet ik verplicht volgen. Verder moet ik mijn lesvoorbereidingen ruim op tijd mailen naar mijn werkplek begeleiders (Yvonne Peters en Toon de Graaf), de school opleiders (Marleen Bronsema en Joel Ulfman) en de Instituut begeleider (Anja van Vliet).

Ik moet ook elke week een weekverslag inleveren, bij bovengenoemde personen.
Aan de hand hiervan wordt wekelijks een begeleidingsgesprek gevoerd met mijn werkplek begeleiders. Dit is gepland op dinsdag het 4e uur, met uitloop naar het 5e uur.

Hierna het ik met mijn werkplek begeleiders het rooster bepaald.
Ik heb een overzicht meegekregen met de lessen die er gegeven worden, hieruit mocht ik zelf kiezen welke lessen ik wilde geven. In principe wil ik zoveel mogelijk uren lesgeven, maar ik wil graag de klassen en de verscheidenheid van lessen even zien voor ik definitief beslis wat ik wel en niet doe, dan kan ik beter inschatten wat haalbaar is. Woensdag 28 oktober heb ik de hele dag geobserveerd in de lessen van Yvonne, en ik heb met haar afgesproken dat ik deze lessen vanaf volgende week woendag (4 november) ga geven.
Maandag en dinsdag ga ik nog observeren, om vervolgens te beslissen wat ik daarvan ga geven. Ik ga ook lessen kunst algemeen volgen. Ik hoop in verloop van tijd daar ook (delen van) lessen te kunnen geven, maar hier heb ik nog geen ervaring mee, dus wil ik graag eerst observeren hoe dat precies in zijn werk gaat.

Plan van aanpak
mijn voorlopige leerdoelen zijn:

-Ik wil rust in de klas. Dit wil ik bereiken door duidelijke en heldere instructies te geven. Deze instructies moet ik thuis goed voorbereiden, hiervoor moet ik van begin tot het eind de opdracht doorlopen, en nagaan welke informatie de leerlingen wel en niet moeten krijgen tijdens de instructie. Dit doe ik tijdens mijn lesvoorbereiding, deze wil ik voor het weekend afhebben voor de week erna. Hiermee wil ik bereiken dat de leerlingen geen ruimte krijgen om te rommelen, en dat ze goed weten wat er van ze verwacht wordt waardoor de rust bewaard blijft.
- ik wil consequent zijn. Als ik vraag om stilte, wil ik pas beginnen op het moment dat het stil is en niet toch al beginnen als er nog gepraat wordt. Dit geld voor meerdere dingen. Ik wil voor mezelf van te voren duidelijk hebben wat ik wil, en me hier in de les aan houden. Deze eisen ga ik ook in mijn les voorbereiding zetten. Hierbij hoort ook dat ik streng wil zijn als leerlingen niet doen wat ik van ze verlang.

Dit zijn mijn voorlopige leerdoelen. Deze neem ik mij uit mijn vorige stage (het schrijven en uitvoeren van een musical met een groep 8 van een basisschool).

Nieuwe stage, nieuwe blog

Hoi allemaal, 

sinds vorige week zijn we dus weer met een nieuwe stage begonnen, nu dus weer een nieuwe blog. 

Ik loop stage op het altena college in sleeuwijk.
Dit is een opleidingsschool. Hier zitten ook eisen van hun kan richting mij aanvast, zoals het tijdig doormailen van lesvoobereidingen en weekverslagen (waarin reflectie zit). aan de hand van deze weekverslagen heb ik ook elke dinsdag een begeleidings gesprek. 
Mijn eerst volgende post wordt mijn start document, daarna volgt mijn eerste week verslag.

Groeten,
Joshua